Diversen: Doop en Besnijdenis

 Uit Handelingen 15:5 blijkt dat reeds in de begintijd van de gemeente sommigen trachtten de gelovigen uit de volken er toe te brengen de wet te houden en zich te laten besnijden:

5 Maar er stonden uit de partij der Farizeeën enigen op, die gelovig geworden waren, en zeiden, dat men hen moest besnijden en gebieden de wet van Mozes te houden.

 

Paulus en Barnabas gingen daar tegen in. Er is toen In Jeruzalem een bespreking daarover gehouden waarbij ook de apostelen aanwezig waren en daar heeft met name Petrus aangetoond dat de wet niet aan de gelovigen opgelegd moest worden:

God, die de harten kent, heeft getuigd door hun de Heilige Geest te geven evenals ook aan ons,

9 zonder enig onderscheid te maken tussen ons en hen, door het geloof hun hart reinigende.

10 Nu dan, wat stelt gij God op de proef door een juk op de hals der discipelen te leggen, dat noch onze vaderen, noch wij hebben kunnen dragen?

11 Maar door de genade van de Here Jezus geloven wij behouden te worden op dezelfde wijze als zij. (8-11)

 

De uitslag van de bespreking was:

24 Aangezien wij gehoord hebben, dat enigen uit ons midden u met hun woorden hebben verontrust, uw zielen in verwarring brengende, hoewel wij hun niets geboden hadden,

25 hebben wij eenstemmig besloten mannen te kiezen om die tot u te zenden met onze geliefden, Barnabas en Paulus,

26 mensen, die hun leven hebben overgehad voor de naam van onze Here Jezus Christus.

27 Wij hebben dan Judas en Silas gezonden, die zelf ook mondeling hetzelfde te uwer kennis zullen brengen.

28 Want het heeft de Heilige Geest en ons goed gedacht, u verder geen last op te leggen dan dit noodzakelijke:

29 onthouding van hetgeen de afgoden geofferd is, van bloed, van het verstikte en van hoererij; indien gij u hier voor wacht, zult gij wel doen. Vaart wel!

 

Ondanks dat zijn wetsijveraars doorgegaan en hebben zij getracht ook de gelovigen in Galatië er toe te brengen de wet te onderhouden en zich te laten besnijden. Wie de brief aan de Galaten leest, zal zien dat Paulus dat afkeurde en een brief van zes hoofdstukken heeft geschreven om de gelovigen daar te doen begrijpen, dat zij zich niet onder de wet moesten laten brengen en zich zeker niet moesten laten besnijden.

 

Het raadsel is de volgende vraag:

Waarom heeft Paulus niet kortweg geschreven: Het zou een dwaasheid zijn zich te laten besnijden daar immers de doop in de plaats van de besnijdenis is gekomen? Dan was hij met één zin klaar geweest.

 

J. Ph. Buddingh