Wanneer is de Here in het midden?

Vraag:

Ik heb van u ooit eens ergens gelezen dat Mat. 18: 20 alleen geldt in de gemeente, maar is God niet altijd in ons midden? Wat wordt er in dit vers precies mee bedoelt?

Antwoord:

Mattheus 18:20 kan, zoals met heel veel teksten, niet geïsoleerd gelezen worden, wil men de betekenis vatten. Het gaat in dit hoofdstuk vanaf vers 15 om de vraag hoe er gehandeld moet worden, indien er van zonde bij of door een broeder sprake is. Het eerste is een gesprek onder vier ogen. De tweede stap, indien nodig, een gesprek onder getuige van een of twee anderen. De derde stap is melden bij de gemeente. (vers 17). Wat kan de gemeente dan doen? Die kan de persoon benaderen met vermaan om zich te bekeren van die zonde; maar als hij niet luistert en in het kwaad volhardt, moet de overtreder uit het midden worden weggedaan (1 Korinthe 5). Kan de gemeente dan beslissingen nemen? Ja, in de hemel worden de gemeentelijke beslissingen zelfs erkend (Vers 18. Uiteraard mits zij genomen worden zoals de Heer ze zou nemen, dat is naar zijn Woord.)

Waar haalt de gemeente het gezag, de geestelijke kracht en de wijsheid vandaan om dat te kunnen doen? Dat gezag en die kracht zijn gelegen in het feit, dat de Here in het midden is als de zijnen in zijn naam zijn vergaderd.

De Oud-testamentische tegenhanger vinden we in Deuteronomium 17:8-13. (Lees  dat even.)

Waarom en waardoor was de rechtspraak op "de plaats die de Here verkiezen zal" beslissend?
Waren de rechters daar verstandiger dan elders? Neen, dat was het geheim niet. De rechtspraak daar was beslissend, omdat de Here daar woonde. (Zie Deuteronomium 12:5).

De plaats waar de Here in het midden woont, is de plaats waar tucht kan worden uitgeoefend, dat is in de vergaderde gemeente, vergaderd tot zijn naam. Dat is niet het geval als gelovigen toevallig of niet toevallig elkaar ontmoeten. Wij kunnen bijvoorbeeld op de bijbelkring in Schoonhoven geen uitspraken doen of beslissingen nemen die bindend zijn en tucht kunnen we daar niet uitoefenen. Dat verklaart waarom Paulus in 1 Korinthe 5, waar het over een tuchtgeval gaat, schrijft: "Wanneer wij vergaderd zijn, gij en mijn geest met de kracht van onze Here Jezus, leveren wij in de naam van de Here Jezus die man......."
 
J. Ph. Buddingh