Pasbekeerde en oordeel duivel

Vraag:

1 Tim. 3:6 spreekt over een ‘nieuweling’ (SV) of ‘pasbekeerde’ (HSV, Telos en NBG) die in/onder het oordeel des duivels zou vallen als hij hoogmoedig/opgeblazen zou worden.  
De Telos vertaling zegt letterlijk: ‘in [hetzelfde] oordeel als de duivel valt’

Hoe kan dit een bekeerde, ook al is hij pasbekeerd en hoogmoedig, overkomen?

Antwoord:

Er zijn twee dingen over te zeggen.

1 Het Griekse woord betekent niet “verdoemenis” of “veroordeling”. Er is een nuance verschil, zoals dat er is tussen het Engelse Condemnation en Judgment.

Judgment kan ook rechtzaak of uitspraak, vonnis betekenen, terwijl condemnation meer in zich heeft van voltrekking van het vonnis. Sommigen zeggen, dat het woord ook het karakter heeft van “te veroordelen fout” tegenover “terechtstelling”.

2 In enkele Schriftplaatsen kunnen we de vraag stellen: Kan een gelovige dan toch nog verloren gaan en geoordeeld worden? De Heer heeft toch gezegd, dat zij niet verloren zullen gaan in eeuwigheid en dat een gelovige niet in het oordeel komt.

De zaak is hier, dat God precies weet wie bekeerd is, gelovig is, en wie niet. Wij mensen staan soms voor vragen: Is die persoon, die zus of zo handelt, nu gelovig of niet. We moeten dat in zo’n geval aan de Heer overlaten. Voor ons geldt dan: een ieder die de naam des Heren noemt, breke met ongerechtigheid. (2 Timotheus 2:19) Wat de Heer reeds lang weet, kan voor ons langere tijd verborgen blijven, totdat blijkt dat iemand in het geheel geen gelovige is geweest.

Het stelt ons overigens niet voor werkelijke problemen, omdat ieder mag weten, dat wie in Jezus Christus gelooft en daarbij blijft, beslist voor eeuwig, nu en later, veilig en geborgen is. De voor ons raadselachtige gevallen, kunnen we aan de Heer overlaten.

J. Ph. Buddingh