Boodschap voor jou: Welterusten

Je zult er maar mee tobben, dat de slaap niet wil komen! Dan merk je dat de wens “welterusten” een belangrijke zaak noemt. Een mens heeft zijn rust nodig, zeggen we terecht.

Maar rust is niet alleen een zaak van slapen. Er zijn er, die geen rust kennen, hoewel ze ‘s nachts goed slapen. Ze kennen rust noch duur, zeggen we dan.

We hadden een poes, die rust noch duur kende en links en rechts zocht, totdat ze een plek gevonden had, die naar haar smaak voor haar jongen veilig was. Toen zij haar kroost daar verzameld had, legde zij zich neer en lag vergenoegd te spinnen. Ze had rust.
Sommige mensen weten niet eens nauwkeurig te zeggen, waardoor ze onrustig zijn. Meestal betreft het zorgen, onvervulde verlangens, angst voor wat komen zal en schuldgevoelens. (Of dit een volledige opsomming is, weet ik niet.)

Samenvattend zouden we kunnen zeggen dat de mensen vaak met een last rondlopen, die niet op hun schouders, maar op hun hart of hun geweten drukt. 
Soms kunnen we die last aan anderen bekend maken, die in staat zijn een oplossing te geven.

Maar verdriet om gemis van een geliefde, angst voor de dood en schuldbewustzijn kan niemand van ons afnemen. Dan zwijgen we nog over het waarom van ons bestaan, de ogenschijnlijke zinloosheid van het leven en de vragen, die het lijden oproepen.

Dergelijke dingen drukken sommigen ook als een last. Je kunt er geestelijk door en door vermoeid van geraken.

Sagan schreef wel “Bonjour tristesse” (Droefgeestigheid, vaarwel!) maar dat is slechts een zin, die men kan opschrijven. De lasten laten zich niet zo gemakkelijk uitwuiven.
Jezus Christus heeft gezegd: “KOMT TOT MIJ, ALLEN, DIE VERMOEID EN BELAST ZIJT, EN IK ZAL U RUST GEVEN”.

Hij heeft voor schuldigen het oordeel van God ondergaan, om de schuldigen te bevrijden.
Hij is gestorven, het loon op onze zonden, maar uit de dood weer opgestaan, daar Hij onschuldig was. 
Zo heeft Hij de dood overwonnen voor allen, die in Hem geloven, en hun eeuwig leven gegeven.

Hij zal vrede en gerechtigheid op aarde brengen en de vloek, die op de schepping rust, opheffen. Hij opende de hemel, voor elk, die gelooft. Dat geeft een heel ander leven.

Als onze schuld is betaald en onze zonden vergeven zijn, heeft ons geweten rust; als de dood overwonnen is en ons sterven een overgang in het eeuwige leven is geworden, heeft die grote vijand zijn greep verloren en is die bron van onrust weggenomen; 
als het leven niet zonder uitzicht is, maar onze bestemming de hemel is geworden, zien we niet langer een zinloze donkerte voor ons, maar hebben we hoop om naar toe te leven; 
als we weten, dat de ellende op aarde niet altijd zal voortgaan, maar dat Jezus komt, de Vredevorst, die gerechtigheid brengt, zodat de hele schepping zal juichen, weten we, dat de wereld, na het leed door de zonde, de vreugde van de gerechtigheid zal beleven.

 U. Jezus, hebt de prijs gegeven
 in ‘t oordeel Gods en in het graf,
 toen U in ‘s Vaders hand uw leven,
 uw geest vrijwillig overgaf.

 De volle prijs voor de verzoening
 hebt U betaald, God nam dat aan.
 U gaf de Heere de voldoening,
 uw bloed getuigt: geheel voldaan.

 Die prijs gaat elke schuld te boven,
 U hebt voldaan voor Gods gerecht,
 en allen, die in U geloven,
 hebt U vergeving toegezegd.

Wat een rust, als we mogen weten, dat onze schuld is betaald, onze zonden verzoend zijn en dat we bij God een blanco straflijst hebben, doordat Jezus voor ons stierf. 
Daarom zei Hij “komt allen tot Mij, en ik zal u rust geven”. De vraag is of u al bent gekomen. 
(We kunnen die tekst vinden in Mattheüs 11:28-30.)

Maar Hij zei meer: “NEEMT MIJN JUK OP U EN LEERT VAN MIJ, WANT IK BEN ZACHTMOEDIG EN NEDERIG VAN HART, EN GIJ ZULT RUST VINDEN VOOR UW ZIELEN. WANT MIJN JUK IS ZACHT EN MIJN LAST IS LICHT”.

Wie het juk van Christus opneemt, met Hem samen onder hetzelfde juk gaat, zal dus bij Hem gekomen zijn en heeft de rust voor het geweten reeds gevonden. Deze woorden zijn dus voor hen, die geloofd hebben, maar desondanks nog de nodige onrust kennen.

Over welk juk sprak Christus?
Over het juk, dat Hij op aarde droeg, toen hij God diende en zijn wil deed. Hij nodigt ons uit, als wij in Hem geloofd hebben, dat juk met Hem te dragen, dat we namelijk zoeken Gods wil te doen.

Onze wil is een belangrijke bron van onrust. We willen dit en dat bereiken, we willen de narigheid en de zorg niet aanvaarden, we willen niet oud zijn, we willen gezond blijven, we willen begrepen worden, we willen meetellen, we willen genoeg geld hebben om onze begeerten te vervullen, we willen.......... .

Maar dikwijls gebeurt niet wat wij willen. En dan zint ons dat niet, zijn we teleurgesteld, begrijpen we niet waarom, vervallen we in mopperen en mokken, worden we opstandig, blijven we eigenwijs najagen, wat we beslist nooit bereiken en zijn we afgunstig op anderen.

Hoe geheel anders wordt het, als we het juk met Christus dragen en hebben leren zeggen: Uw wil geschiede”.

Als we beseffen, dat Gods hand ons leidt en dat Hij beter weet dan wij, wat goed voor ons is, houden we op te strijden en leren we te rusten in de wil van de hemelse Vader, die alle dingen doet medewerken ten goede.

Dat is rust voor de ziel. Daarbij leren we van Christus, wat we zo hard nodig hebben, zachtmoedigheid, waardoor we veel verdragen, en nederigheid, zodat de eigen persoon niet meer nummer 1 is. 
Hoeveel beter is het in de ontferming van God te rusten, dan te vechten en te strijden voor eigen belang en eigen eer. De liefde van Christus, die groot genoeg was om voor onze zonden te sterven, is ook groot genoeg om ons te troosten en te dragen tot aan en over het graf.

Zoals Paulus in Romeinen 8:31 en 32 schreef:

“ALS GOD VÓÓR ONS IS, WIE ZAL TEGEN ONS ZIJN? HOE ZAL HIJ, DIE OOK ZIJN EIGEN ZOON NIET GESPAARD, MAAR HEM VOOR ONS ALLEN OVERGEGEVEN HEEFT, ONS MET HEM OOK NIET ALLE DINGEN SCHENKEN?”


 
 Onder uw vleugel, in uw erbarmen
 voel ik mij veilig, ben ik gerust.
 Bij U, Heer Jezus, en in uw armen
 Ben ik mij van geen zorgen bewust.
 Veilig geborgen,
 veilig behoed.
 Jezus zal zorgen, 
 dus is het goed.


 Met mijn verlangen en al mijn vragen
 en met de zorgen, die niemand ziet,
 vlucht ik tot U, want U helpt mij dragen,
 en in uw armen wijkt het verdriet.
 Veilig geborgen,
 veilig behoed.
 Jezus zal zorgen,
 dus is het goed.

 Jezus, uw liefde en mededogen
 zijn als een haven bij harde wind.
 U weet te troosten, tranen te drogen,
 als ik mij in uw armen bevind.
 Veilig geborgen,
 veilig behoed.
 Jezus zal zorgen,
 dus is het goed.

J. Ph. Buddingh