Geen mens is in staat om de dood te bevechten,

Geen mens is in staat om de dood te bevechten,

die is onafwendbaar zo God tot ons heeft gezegd.

De goede, de trouwe, de boze, de slechte,

voor elk is de dood als het levenseind vastgelegd.

Wat God heeft besloten blijft zeer zeker vast en hecht:

wie zondigt die sterft naar de wet van Gods recht.

Refr. O God is goed geweest, o God is goed geweest,

o God is goed geweest;

o God is goed geweest, goed geweest voor mij.

Wie eens is gestorven hoeft niet meer te vrezen,

voor hem is daarmee aan de rechtseis van God voldaan.

Wie Jezus zijn Redder en Leidsman laat wezen,

is met Jezus Christus in dood en graf ingegaan.

De weg van verlossing en leven met Hem is dat,

doordat Jezus Christus ons lief heeft gehad.

Refr.

Daarmee is de macht van de zonde verbroken,

want wie is gestorven, die zondigt daarna niet meer.

Wij zijn, daar de Heer aan het kruis is doorstoken,

met Jezus gekruisigd, ons leven is nu de Heer.

Daar “IK” is gestorven, houd u voor de zonde dood,

leef voortaan voor God en maak Jezus maar groot.

Refr.

                    ---------------

Geen verlossing dan door Jezus,

eeuwig leven dan door Hem.

Neem het woord van God en lees eens,

wat u leest, is Jezus’ stem.

Niet door Boeddha of een goeroe,

door New Age of door Taize,

niet de dingen die ik goed doe,

Jezus Christus geeft ons vree.

Niet door teken of genezing,

die als wonder is verricht.

Prediking alleen of lezing

van Gods woorden geeft ons licht.

God heeft ons zijn Zoon gegeven,

groter gave is er niet.

Wie de Zoon heeft, heeft het leven.

Zalig wie op Jezus ziet.

          ---------------------------

Geen werken kunnen ons rechtvaardig maken,

wat goed is, maakt het kwaad niet ongedaan.

Geen mens kan aan Gods heil’ ge standaard raken

en minder dan volmaakt neemt God niet aan.

Welk mens kan zeggen: Here ik ben rein?

Hoe kan een mens die zondigt, heilig zijn?

Er is een weg tot God, de weg ten leven,

de weg van ’t oordeel dat heeft plaats gehad;

die weg is Jezus, die zich heeft gegeven

en kruis en oordeel voor ons over had.

Het oordeel komt, maar gaat aan elk voorbij,

voor wie Hij stierf; hij is voor eeuwig vrij.

Geen zondig mens kan ’t oordeel Gods ontlopen,

God stelde dood en oordeel als zijn straf.

Maar Jezus kwam om zondaars vrij te kopen

en wendt voor wie gelooft dat oordeel af.

O liefde, die, onschuldig, heeft betaald

en ons voor ’t oordeel Gods heeft weggehaald.

Wat blijft nog over dan die Heer te prijzen,

die heeft te eisen, maar die alles geeft?

Komt, laat ons Jezus alle eer bewijzen,

die stierf, maar bij de Vader eeuwig leeft,

de Mens die God is in des Vaders troon,

de Eeuw’ge, de Verlosser en Gods Zoon.

                    ------------------

God die hierboven troont,

in reine lichtglans woont,

heeft ons gena betoond

in zijn geliefde Zoon.

Hij die de wereld schiep

en die op aarde liep,

maar zondaars tot zich riep,

oogstte alleen maar hoon.

Refr. Glorie, glorie zij God,

glorie, glorie zij God.

Glorie zij God, onze God die leeft,

dat wie verlost is het antwoord geeft,

glorie aan Hem die eeuwig leeft,

voor zondaars genade heeft.

Wij spannen straks een boog

van lofgezang omhoog,

waar ons verwonderd oog

Hem ziet die stierf op aard.

Eertijds werd Hij gehoond,

dan wordt Hem dank betoond

die op de lofzang troont;

Hij is dat eeuwig waard.

Refr.

 

Geen mens is in staat...